De nieuwe mens, Partij de Nieuwe Mens. Mijn belangstelling werd meteen getrokken door het woord “nieuw”. Dat woord roept nieuwsgierigheid op en meteen ook een aantal vragen. Waar is de oude mens in mij gebleven? Is die vertrokken, naar andere oorden, naar betere oorden misschien? Opgeheven, afgeschreven? Wat is er “nieuw” aan deze mens? Aan u en mij de vraag.
Ik reageer sterk op het woord “nieuw”. Dat suggereert dat er iets met het “oude” aan de hand was. Maar is dat waar? Is het zo dat het oude passé is en bij het grofvuil gezet kan worden. Dat wil ik eigenlijk liever niet. Eerlijk is eerlijk, er zijn best een groot aantal oude karaktertrekken in mij die ik graag in de container achterlaat. Liever niet aan u of de mensen om mij heen laat zien. Ook sommige herinneringen aan vroegere en oude tijden zijn niet altijd even welkom. Nieuwe ervaringen zijn vaak leuker en interessanter.
En de nieuwe ontwikkelingen zoals die zich afspelen in de maatschappij waar ik net als u als lezer onderdeel van uitmaak, roepen ook zorgen, irritaties en gedoe op. Dat nieuwe laat ik graag aan mij voorbijgaan merk ik. Het oude was nog niet zo slecht.
<foto bergen en bomen>
De relatie tussen oud & nieuw voelt als erg wankel en kwetsbaar. Net zo als wij als mensen zijn, zolang wij deze blauwe planeet bewonen. Recent las ik een hele positieve benadering van onze kwetsbaarheid. Niet een vanuit angst, broosheid of zwakte. Maar kwetsbaarheid bezien als een vaardigheid. De kwetsbare mens die “te treffen is”. Die geraakt wordt, aangeraakt wordt en anderen kan raken.
Met een beetje mazzel ontstaat er een prachtige ontmoeting. Een nieuwe ontmoeting vanuit ons oog voor onze gedeelde kwetsbaarheid. Dat is geen populaire taal. Daarmee wint een toekomstige Amerikaanse president geen verkiezingen in November. Ook het COVID-19 virus zal zich weinig aantrekken van bovenstaande woorden, maar het neemt niet weg dat vanuit die prachtige kwetsbaarheid een nieuwe mens ontstaat.
Dat voelt als iets hoopvols en erg haalbaar. Zou het zo kunnen zijn dat de verschillen tussen de oude en nieuwe mens helemaal niet zo groot zijn? Dat wij mensen feitelijk niet zoveel anders zijn, dan de mens van lang geleden. Ja, de omstandigheden zijn zo anders, de samenleving is een nieuwe samenleving, met al zijn voortuitgang en uitdagingen. De mens is er, al heel erg lang. De mens is misschien vergeten in verbinding te zijn, met andere woorden “kwetsbaar” te zijn. Geraakt te worden en in verbinding de ander te raken. Zo ontstaat er misschien wel iets nieuws, iets moois! We hoeven ons alleen maar te herinneren dat het er al is. In ons.
“Everybody movin’ if they ain’t already there”, zingt Bob Dylan.
Dat klinkt als een mooie uitnodiging.
<auteur>