Scholen horen een veilige plek te zijn voor kinderen, maar op dit moment is dat voor zeker de helft van de kinderen niet het geval. Ze worden gepest, kunnen niet meekomen met de lessen, zitten ruim onder hun niveau, het is te druk of te lawaaierig, de vakken hebben hun interesse niet of ze voelen zich eenzaam.

Ons schoolsysteem is grotendeels ingericht voor kinderen die direct na de oorlog zijn geboren. Alle nieuwetijdskinderen, diamantkinderen, hoogbegaafden en andere kinderen die in deze tijd zijn geboren hebben andere behoeften dan de kinderen waarvoor ons systeem is ontworpen. Hoog tijd om het roer om te gooien en te kiezen voor een onderwijssysteem dat wel bij onze kinderen past.

Kinderen hebben bijvoorbeeld een grote behoefte aan een eigen leertempo. Op sommige vlakken zijn ze ver vooruit en op andere vlakken hebben ze juist moeite. Dit verschilt per kind. Voor de juffen en meesters natuurlijk ondoendelijk om dertig kinderen op maat les te geven. Beter kunnen we de leeftijdseisen los laten en accepteren dat het ene kind al met vijf jaar leert lezen, terwijl het andere kind dit pas met negen jaar wil en wellicht kan. Om dit te bereiken kunnen vakken ook beter als keuzeworkshops worden aangeboden, waarbij kinderen zelf kiezen wat ze op welk niveau gaan leren. Kinderen van vier tot twaalf jaar kunnen dan ook door elkaar in de klas zitten in wisselende samenstellingen. En waarom eigenlijk tot twaalf jaar en niet tot zestien of achttien jaar? Kinderen hoeven ook niet vijf dagen op dezelfde locatie aanwezig te zijn om sociaal gedrag te leren, ze kunnen ook vanuit huis leren.

Ook is het tijd om kritisch te kijken naar wat de kinderen leren. Nu ligt de nadruk op rekenen en taal, maar is dit in het digitale tijdperk nog wel nodig? ChatGPT en AI maken een snelle opmars, zij kunnen de taal beter schrijven dan menig Nederlander. Is het voor de veelal dyslectische kinderen niet beter om logisch te leren denken en te beredeneren? Dat zij leren welke informatie waar is en welke niet? Of hoe een algoritme is opgebouwd en welke informatiebronnen daarvoor zijn gebruikt? En kritisch leren denken of het algoritme en de bronnen wel kloppen voor het doel van het algoritme?

De kinderen van nu hebben ook behoefte aan connectie met de natuur. Scholen met natuur en dieren in en om het gebouw zorgen dat kinderen en docenten relaxter en gezonder zijn. Kinderen leren in deze omgeving ook meer en makkelijker. Door kinderen van en over de natuur te leren, zorgen zij als volwassenen ook beter voor de natuur in hun omgeving. Als kinderen leren welk fruit, kruid en groente welk kwaaltje verhelpt, zullen ze als volwassenen veel gezonder zijn.

Scholen worden nu nog beloond voor een output naar theoretisch onderwijs, terwijl veel kinderen liever praktijkonderwijs volgen. Techniekvakken, kunstvakken, tuinieren en verzorgende vakken zouden zeker de helft van de tijd van de schoolvakken moeten vullen, zodat ieder kind een basis met praktijkvakken meekrijgt. Ik bedoel, hoe kan het zijn dat kinderen wel leren wat 34×356 is, maar geen idee hebben hoe je een wond moet verzorgen? Daarbij kunnen we ook de interpretatie die we aan cijfers van toetsen geven veranderen. Vakken en toetsen zouden eigenlijk zo moeten zijn om te kijken welke vakken je leuk vindt en waar je talent ligt. Beheers je een vak onvoldoende, vind je het niet leuk en denk je het niet nodig te hebben voor later, is er dan nog een noodzaak om dit te leren? Vaak vergeten kinderen toch wat ze leren en nu met Google en Wikipedia is die informatie ook op een later tijdstip voor deze kinderen beschikbaar. Scheelt veel tijd, energie en zorgt voor een positiever zelfbeeld.

We vergeten op dit moment kinderen het allerbelangrijkste te leren: hoe ben je mens? Wat houdt menszijn in? Wat kun je met je lichaam en geest bereiken? Wat is jouw taak als mens op deze mooie Aarde en hoe is de levenscyclus? Kinderen kunnen al op jonge leeftijd leren hoe ze zichzelf kunnen helen, hoe zij in vrede leven en hoe zij op een positieve manier met zichzelf en anderen omgaan. Dit zouden wellicht de belangrijkste lessen zijn die op school gegeven moeten worden.

School is een belangrijke omgeving voor kinderen en legt een basis voor hun latere leven. Gezien de vele uitvallers en toenemende vraag naar thuisonderwijs, hebben kinderen behoefte aan een andere manier van onderwijs. Daarbij zijn voor de nieuwe digitale tijd en de komende transitie andere competenties nodig dan die nu in het onderwijs worden aangeleerd. In haar visie zou de politiek de keuze moeten maken om meer aan deze vraag te voldoen. Meer praktijkonderwijs op de basisschool, vrijheid om thuisonderwijs en onderwijs op school te combineren, zelf vakken kiezen om te leren en het loslaten van vaste leeftijdsklassen en schooltijden. Uitstromen naar praktijkonderwijs is net zo belangrijk als uitstromen naar theoretisch onderwijs.